Categorieën
wat ons beweegt

benefietconcert

kunst verbindt

Plassen. Het is een van de meest alledaagse dingen die een mens doet vanaf het moment dat hij bestaat. Nog voor je geboren bent, moet je al plassen. Gewoontegetrouw knipte Dees op het toilet het licht aan. Knipte ze het licht aan. Knipte ze … Het bleef donker. Aardedonker. Zoals altijd waren we druk, druk, druk. Boven hebben we nog een wc, maar de trap op lopen, daar had ze dus eigenlijk geen zin in. Het duurde nog een week voordat Koen kans zag het lichtknopje in nog geen vijf minuten te repareren. En die hele week was het dus: trap op, trap af. En toen was er weer licht! Geen pikkedonker meer, maar weer thuis zoals thuis hoort te zijn, met licht op de wc.
 
De eerste keer daarna dat Dees zich terugtrok in het kleinste kamertje schoot ze vol. Want ergens anders op de wereld storten huizen in. Huizen van mensen zoals jij en ik. Moeten mensen op de vlucht om ergens anders veiligheid te vinden. Mensen zoals jij en ik. Door die ene simpele handeling werd ze zich bewust van de onmetelijke luxe waarin we leven. Waarin wij allemaal leven. Ondanks onze zorgen en verdriet, wij hebben een thuis. Zijn geen vluchteling in eigen land. Zelfs niet als het lichtknopje dienst weigert.
 
Wie in eigen land ontheemd raakt wordt door ngo’s een ‘internally displaced person’ genoemd. En om het onszelf gemakkelijk te maken hangen we daar meteen een afkorting aan: IDP. Maar daarmee vergroten we de afstand. Een afkorting is een ding, een begrip, geen mens. Neem nou bijvoorbeeld de woorden die de Syriërs zelf geven aan deze mensen. Zij noemen hen de mensen ‘die als laatsten overeind zijn gebleven’. Dat is een veel krachtiger omschrijving, menselijker ook.
 
Voor ons is het dus ook niet meer dan logisch dat we de helpende hand toesteken wanneer mensen in nood zijn. Dat deden we aan het begin van de oorlog in Oekraïne en recent na de hevige aardbeving in Syrië en Turkije. Want fysiek gaan helpen kunnen we niet, maar de hulpverleners die dat wel kunnen financieel ondersteunen kunnen we wel! Het is ongelofelijk wat er dan op je af komt aan hulp en steun: vrijwilligers die flyers huis-aan-huis willen verspreiden, ondernemers die geld, apparatuur of waar ter beschikking stellen, een kerk die haar deuren openstelt. Het is te veel om op te noemen. Zonder hen hadden we het niet voor elkaar gekregen.
 
Wat dat laat zien? Dat ons idee dat kunst een middel is om de wereld een stukje mooier te maken klopt. Samen kunnen we de schakelaar repareren en het licht weer aandoen. Want kunst verbindt.

Categorieën
wat ons beweegt

een stip op de kaart

een stip op de kaart

Den Dolder was voor ons lange tijd gewoon een stip op de kaart. Voor Koen was het niet meer dan het dorp waar hij doorheen reed op weg naar zijn geboorteplaats Amsterdam: ‘Vooral in de winter, als er sneeuw lag en de bomen berijpt waren vond ik de omgeving prachtig. Dat ik er ooit zou wonen kwam niet in me op. Nu rijd ik van waar dan ook uitgerekend naar dit dorp en is het mijn thuis.’ Dees kende het eigenlijk alleen maar van de wildwestverhalen die iedereen kent, maar: ‘Toen we voor het eerst het terrein van de Willem Arntsz Hoeve op reden om ons nieuwe huis te bekijken was ik verkocht. Ik heb altijd in het bos willen wonen.’ Van zomaar een plaats veranderde het in een plek waar dromen waar kunnen worden.

Verhalen
Kort na onze verhuizing kwam de verhalenmachine op volle toeren en werden meer wilde verhalen de ether in geslingerd dan we voor mogelijk hielden. We woonden op een van de mooiste plekken in Nederland, maar als we ons oor te luisteren legden leek het er meer op alsof we in een duister sprookjesbos vol griezelige monsters verdwaald waren geraakt. Terwijl wij dag in dag uit nieuwe mensen ontmoetten die stuk voor stuk en op hun eigen manier van hun dorp hielden. Dat wakkerde onze nieuwsgierigheid aan. Wat was hún verhaal? We wilden het verhaal van de ‘binnenstaander’ vinden als tegenwicht voor dat van de buitenstaanders.

Dé Doldenaar
Want bestaat dé Doldenaar? Honderd jaar geleden was er nog amper sprake van een dorp op de plek waar nu Den Dolder ligt, maar ooit raakten hier mensen verzeild. Ze kwamen er werken, omdat er in de buurt van Amersfoort een zeepfabriek afbrandde. Of omdat er een nieuw ‘buitengesticht’ werd gebouwd midden in de natuur, die zo heilzaam zou zijn voor de mens. En omdat ze hier werkten kwamen ze hier ook wonen. Maar het verhaal stopt daar niet. Er werden nieuwe dorpelingen geboren, er komen nog steeds nieuwe mensen wonen omdat ze hun droomhuis toevallig hier vonden en anderen verblijven er voor korte of langere tijd omdat ze er verpleegd worden of in behandeling zijn. Zo heeft Den Dolder net zo veel verhalen als het mensen telt.

Mensen van Den Dolder
En dus kun je gerust stellen: als het voor ons al zo divers is en was, dan bestaat dé Doldenaar niet. Wie zijn dan al die mensen die samen een dorp vormen? Is er van al die wildwestverhalen iets waar of zit het verhaal anders in elkaar? Om dat in beeld te brengen startten we afgelopen zomer het project Mensen van Den Dolder. We halen verhalen op bij echte Doldenaren en publiceren die samen met professionele foto’s. Daarmee bouwen we aan een online Den Dolder. Een dorp met een eigen stem en gezicht die passen bij de mensen die je er kunt ontmoeten. Later zullen de verhalen ook in boekvorm verschijnen.

Voor Mensen van Den Dolder werken we samen met fotograaf Mel Boas. Het project wordt ondersteund door Fivoor, forensische en intensieve psychiatrie.

Categorieën
tekstschrijven vormgeving

dubbele gevoelens

dubbele gevoelens

Koen was achttien toen hij zijn eerste auto kocht: een donkergroene Citroën DS. Een halfautomaat met een open dak. Daarna volgden een beige GS, die hij met een rollertje zwart verfde omdat hij de kleur zo lelijk vond en een babyblauwe 2CV. Met onderbrekingen versleet Koen in ruim 35 jaar zo’n acht Citroëns. De laatste ruilden hij en Dees een aantal jaar geleden in voor een degelijke gezinsauto: een Peugeot. Het werd geen match.

Echte liefde
Ze namen afscheid van de ‘Peug’ en vonden hun grote liefde: een Volvo 240 Polar. Toen hun wegen toch scheidden voelde dat alsof ze een oude winterjas wegdeden: hij was totaal versleten, maar zat nog zo lekker! Sindsdien rijden ze weer Peugeot, een Partner dit keer. Het leukste eraan is dat wanneer je een van hen vraagt ‘wat ga je doen vanavond?’, ze zonder liegen kunnen antwoorden ‘met mijn partner op stap’. Hij brengt hen overal heen, maar bij elkaar passen doen ze nog steeds niet.

Dubbele gevoelens
Toen Koen laatst onderweg was wist hij ineens waarom. Vanuit tegengestelde richting passeerde een Citroën Berlingo en hij werd op slag vrolijk. Het idiote is, de Berlingo komt uit dezelfde fabriek als de Partner. Het zijn identieke auto’s! Waar zat dan het verschil in beleving? Het is de dubbele chevron van Citroën die het hem doet. Die hoort voor hem bij hippies, vrijdenkers en creatievelingen, de leeuw van Peugeot bij huisgezinnen en stamppot met een kuiltje jus.

Identiteitsbewijs
Zo sterk kan een beeldmerk zijn: één auto + twee merken = dubbele gevoelens. Daar heeft de fabriek weinig aan gesleuteld, maar de merkbouwers des te meer. Door jaren achter elkaar een herkenbaar verhaal te vertellen en dat samen te koppelen aan een beeld, word je als consument verleid om juist dat ene merk te kiezen, omdat het past bij zijn of haar identiteit. Die niet toevallig bijna samenvalt met die van de producent. Een logo als identiteitsbewijs dus.

Een echt verhaal
Dezelfde dubbele gevoelens komen ook bovendrijven wanneer Koen op Facebook weer eens de vraag tegenkomt: wie maakt er voor weinig een logo voor mij? In de commentaren wordt gretig verwezen naar aanbieders die voor een grijpstuiver een beeldmerk voor je ontwerpen. Maar moet de vraag niet zijn: wie helpt mij mijn verhaal te vertellen? Met alleen zoeken naar een leuk plaatje dat je bedrijf moet gaan vertegenwoordigen, ontneem je jezelf de kans om te vertellen wie je bent, waar je voor staat en waarom jij goed bent in wat je doet.

Uitnodiging
Een logo roept in een oogopslag een complete wereld aan emoties, associaties en behoeften op. De behoeften van jouw (toekomstige) klanten, die jij gaat vervullen. Jouw beeldmerk wordt dus een onderdeel van je identiteit en daarmee van de wereld waar je klanten zich thuis moeten gaan voelen. Het is een uitnodiging om die wereld te gaan verkennen. Dat lukt niet van vandaag op morgen. Ook de makers van Citroën investeerden jaren in het verhaal achter de dubbele chevron. Dat deden ze zo goed, dat het merk modernisering in het ontwerp doorstond zonder aan herkenbaarheid te verliezen.

Een wereld te winnen
Met een logo voor bijna niks is de kans groot dat jij en je bedrijf niet worden geassocieerd met dat unieke verhaal. Een goed ontwerp doet dat wel: het brengt je niet alleen van a naar b, maar is herkenbaar en voelt als thuis. Voor jou én voor je doelgroep. Bouwen aan een merk is je publiek vertellen waarom jullie bij elkaar horen en zorgt ervoor dat er een match is. Daar is een wereld te winnen.

op de hoogte blijven?

schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Dan laten wij je periodiek weten waar wij mee bezig zijn.